Gisteren heb ik kennis gemaakt met drie buurvrouwen - ja ik lig op een 'gemengde' zaal - en twee buurmannen.'De gezelligste zaal van deze gang', had Annie aan de overkant gezegd. 'Hier kun je wat beleven'. Dat had ik dus in de gaten en zij kon het weten, want ze was hier al een week. De gratis krant, de SPITS, uitgedeeld door de afd. Bibliotheek, had ik ook al
Net als de anderen, ben ik meteen klaarwakker, gereed voor de volgende fase: het ontbijt. Voor mij bestaat dat uit twee beschuitjes en een kop thee, helemaal vergoed door de Zorgverzekeraar, die het Ziekenhuis daarvoor minstens 480 euri per opnamedag uitkeert. Als het ontbijt is uitgedeeld, stort de oude baas (88) naast mij zich gretig op de twee kleine glinsterende boordenknoopjes, die op het verrijdbare tafeltje liggen.
Net als ie ze met een glas water wil doorslikken, roep ik opeens naar hem: 'Stop ho!'. Commando's is ie wel gewend, want gisteren vertelde hij dat hij een gepensioneerd militair is. Commandant bij de Genietroepen was ie, bij de zware jongens dus. Zijn munitie hier bestaat uit een gehoorapparaat, een leesbril en een stapel doosjes met medicijnen. Hij ligt hier voor ratelende hartkleppen in combinatie met een longontsteking. Van schrik wacht ie meteen met die dingen door te slikken en spuugt ze weer uit. Gisterenavond was de overbuurvrouw Monique van bed 2 zo vriendelijk geweest om hem twee knoopcelletjes aan te reiken, omdat zijn gehoorapparaat weigerde. 'O, ik heb ook een gehoorapparaat en ik heb nog wel reserve-exemplaren hoor', had ze nog gefluisterd, net voordat het licht uitging. Ze had ze bij hem op het kastje neergelegd. Daarna was ie, vermoeid en vergeetachtig, in slaap gevallen.
Nu is het ochtend, rond kwart over zeven. De zaalzuster, Gerry, die haastig is komen aanhollen doordat ik op de rode knop had gedrukt, komt aan mijn kamergenoot vragen: 'Wat is er aan de hand meneer Brakel?'. Ze staat nog te trillen als een diepzeeduiker die zich over de reling van het deinende schip wil werpen.'Hij neemt denk ik de verkeerde medicijnen in zuster', antwoord ik in zijn plaats. 'We moeten elkaar een beetje in de gaten houden hè, om te overleven.' 'O nee', roept ze en kijkt verschikt naar de batterijtjes die hij net wil gaan doorslikken. 'Zo krijgen we nog meer complicaties'. 'Ach, ze schieten er vanzelf wel weer uit hoor zuster', is mijn geruststellend commentaar. In gedachten zie ik het spul via zijn slokdarm, maag en overig darmstelsel weer in de plee belanden. Zuster Gerry is een andere mening toegedaan. 'Het maagzuur hè, dat geeft complicaties. Dan krijgen we vanmiddag nog een operatie er achteraan'. Mijn buurman, hij is wat vergeetachtig, kijkt met grote ogen naar de twee glinsterende 'pilletjes' die de zuster in haar hand meeneemt...
Nou, dan begin ik maar aan mijn beschuitje, mompelt hij...
Nu schiet me opeens weer te binnen, dat verpleegsters een lastige baan hebben. Zoals ze zelf ook zeggen: 'Je kunt zelf een infuus verkeerd aankoppelen of je ziet bijvoorbeeld niet dat een collega dat verkeerd heeft gedaan. Of je merkt niet dat een patiënt een nabloeding heeft of een hartstilstand. Ook zijn verpleegkundigen niet altijd op de hoogte van nieuwe afspraken tussen arts en patiënt, waardoor dingen misgaan.’
Hartstilstand? In het ziekenhuis? Toe maar, ik moet heel gauw zorgen dat ik zo snel mogelijk hier wegkom... maar zover is het nog niet. Vandaag heb ik mijn buurman kunnen behoeden voor een extra maagoperatie.
[wordt vervolgd]
Tja, ik heb nog veel meer meegemaakt, begin januari... wacht maar tot het infuusapparaat door mij wordt losgerukt...
© Matthijs, 3 maart 2009
Ik vind het fijn als je een reactie achterlaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten